donderdag 12 augustus 2010

het vuur van workum



De vuurtoren van Workum 
In een krant uit september 1712 staat een aanbesteding voor een huizinghe bij de Workummer vuurtoren op de dijk. Tussen 1643 en 1712 moet de houten baak dus vervangen zijn door een stenen toren van drie verdiepingen. Reid gaat er vanuit dat zijn huisje bij de toren dan in het voorjaar van 1713 is gebouwd.
Omstreeks 1880 is het open vuur op de toren vervangen door een olielantaarn. Veertig jaar later is de hele kustverlichting genationaliseerd. De stad Workum besluit echter zelf verantwoordelijk te blijven voor het baken. Naast sluisgeld ontvangt de stad namelijk ook vuur- en bakengeld van de passerende schepen. Dat geld is hard nodig voor het onderhoud van de zeesluis.
De olielantaarn is gedoofd in 1932 na de afsluiting van de Zuiderzee. Toen er is bij de vuurtoren een lichtenlijn van twee bakens met gaslichten gebouwd. Elk op een vierpoot van hoekijzers. Overdag staan deze gaslampen op de waakvlam, maar de vuurtorenwachter moet elke avond naar boven klimmen om het vuur te ontsteken. 
In 1967 komt Reid in het vuurtorenhuisje van Workum. Hij bedient de gasvuren nog zeventien jaar. Twee keer per dag klimt hij in weer en wind omhoog: ’s avonds om de lampen te ontsteken en ’s ochtends om ze te doven. Onderhoud is er niet veel. Af en toe moeten de kousjes gewisseld worden. Maar in de loop der tijd komt hij steeds vaker naar beneden met afgebroken stukken ijzer en vooral ’s winters is de beklimming van de bakens een hachelijke zaak aan het worden. Omstreeks 1984 neemt de provincie het baken over van de stad Workum. De gaslichten worden vervangen door de huidige elektrische lampen op zonnecellen. Reid is daarmee de laatste vuurtorenwachter of lichtstandopsteker van de Zuiderzee

Geen opmerkingen: